-
1 couvert
couvert1 [koever]〈m.〉♦voorbeelden:dresser, mettre le couvert • de tafel dekkenmettre à couvert • veilig stellen, beschermenmettre sa responsabilité à couvert • zich indekkense mettre à couvert • schuilen; zich indekkenà couvert (de qc.) • beschut (tegen), veilig (voor iets)sous (le) couvert de • onder bescherming van; onder de dekmantel, voorwendsel van→ vivre————————couvert2 [koever]♦voorbeelden:1 ciel couvert • betrokken, bewolkte lucht, hemelà mots couverts • in bedekte termenadj1) gedekt, bedekt, overdekt3) gekleed -
2 gras
gras [graa],grasse [graas]〈bijvoeglijk naamwoord; ook bijwoord, m.〉3 dik ⇒ zwaarlijvig, vet(gemest)♦voorbeelden:quarante pour cent de matières grasses • vetgehalte veertig procentbouillon gras • vleesbouilloncrayon gras • zacht potloodgras à lard • moddervet, spekvetde gras pâturages • vette weidenplantes grasses • vetplantensoupe grasse • met vlees bereide soepfaire gras • vlees etenle gras de la jambe • de kuitterre grasse • vette grondparler gras • brouwen= grasse; adj1) vet(houdend)3) dik, zwaarlijvig4) vettig5) rijk, overvloedig -
3 couronné
couronne [koeron]〈v.〉3 kroon ⇒ vorstelijke macht, monarchie♦voorbeelden:couronne funéraire, mortuaire • grafkransni fleurs ni couronnes • geen bloemen, geen kransen 〈 bij begrafenis〉en couronne • in een kring, kranstriple couronne • tiaraaspirer, prétendre à la couronne • aanspraak maken op de troondonner la couronne à qn. • iemand kronen5 couronne solaire • krans om de zon, coronaadj2) gekroond3) bedekt (met) -
4 emplumé
-
5 gazonner
gazonner [gaazonnee]1 gras krijgen ⇒ begroeien, met gras bedekt wordenII 〈 overgankelijk werkwoord〉v1) begroeien, met gras bedekt worden -
6 couvrir
couvrir [koevrier]3 beschermen ⇒ beschutten, rugdekking geven, dekken4 verbergen ⇒ verhullen, bemantelen, vergoelijken♦voorbeelden:couvrir un enfant chaudement • een kind warm aankleden, goed inpakkencouvrir un livre • een boek kaftencouvrir une table d' une nappe • een tafellaken op tafel leggenla foule couvre la place • het plein staat vol met mensenles feuilles couvrent le sol • de grond is bezaaid met bladerencouvrir qn. de huées • iemand uitjouwencouvert de taches • onder de vlekken5 les applaudissements ont couvert la fin de son discours • zijn laatste woorden gingen in het applaus verlorenêtre couvert par une assurance • verzekerd zijn, gedekt zijncouvrir par chèque • per cheque betalen→ jeul'émetteur couvre cette région • de zender kan in dit gebied ontvangen worden♦voorbeelden:se couvrir de gloire • zich met roem overladen1. v1) (af-, be-, over-, toe)dekken2) kleden3) kaften [boek]5) beschermen6) verbergen, verhullen7) overstemmen, overschreeuwen8) dekken [kosten, risico's]9) omvatten11) afleggen [afstand]12) uitvoerig berichten (over), verslaan13) dekken [dieren]2. se couvrirv4) betrekken [lucht] -
7 vêtu
vêtu [vettuu]1 gekleed♦voorbeelden:il est vêtu de neuf • hij heeft nieuwe kleren aanadj1) gekleed2) bedekt -
8 givrer
givrer [zĵievree]♦voorbeelden:¶ il est givré • hij is lam; hij is malende1 met ijs bedekt raken ⇒ beijzelen, bevriezen -
9 emperler
emperler [ãperlee]♦voorbeelden: -
10 étoiler
étoiler [eetwaalee] -
11 coin
coin [kwẽ]〈m.〉2 hoekje ⇒ plekje, lapje (grond), klein stukje3 rubriek4 wig ⇒ spie, keg♦voorbeelden:l'épicier du coin • de kruidenier op de hoekregarder du coin de l'oeil • schielijk kijkenaux quatre coins de … • in alle hoeken en gaten van …jouer aux quatre coins • boompje verwisselen, stuivertje-wisselenconnaître dans les coins • door en door kennenmettre un enfant au coin • een kind in de hoek zetten2 au coin d'un bois • op een eenzaam, verlaten plekjeje ne voudrais pas le rencontrer au coin d'un bois • ik zou hem niet graag in het donker tegenkomenau coin du feu • bij de haardun coin perdu • een klein gatle petit coin • kamer honderdun petit coin tranquille • een rustig plekje5 être frappé, marqué au coin de • gekenmerkt worden door, getuigen vanregard en coin • schuinse bliksourire en coin • bedekt glimlachenm1) hoek, (hoek)punt2) hoekje, plekje3) rubriek4) wig, spie5) stempel6) kenmerk, karakter -
12 duveteux
-
13 farineux
-
14 moussu
-
15 neigeux
-
16 recouvrir
recouvrir [rəkoevrier]4 omvatten♦voorbeelden:recouvrir un livre • een boek kaftenrecouvrir une maison • een nieuw dak op een huis zettenrecouvrir un oreiller d' une taie • een kussen met een sloop overtrekken♦voorbeelden:2 le ciel s'est recouvert • de hemel is weer bewolkt, betrokkenv2) verbergen3) omvatten -
17 broussailleux
broussailleux [broesaajeu] -
18 buissonneux
-
19 croûteux
-
20 duveter
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Vlaamse Leeuw — Le Vlaamse Leeuw est depuis 1985 l hymne officiel de la Communauté flamande. Sommaire 1 Origine et Histoire 2 Musique 3 Texte de l hymne en néerlandais 4 … Wikipédia en Français
De Vlaamse Leeuw — English: The Flemish Lion Regional anthem of Flanders Lyrics Hippoliet Van Peene, 1847 Music Karel Miry Adopted 1973 … Wikipedia
De Vlaamse Leeuw — (ndl.), zu deutsch „Der flämische Löwe“, ist der Name der Nationalhymne Flanderns. Am 6. Juli 1973 wurde sie per Dekret zur Hymne erhoben. Hippoliet van Peene (1811–1864) verfasste den Text, Karel Miry (1823–1899) komponierte die Melodie.… … Deutsch Wikipedia
Liebe — 1. Ade, Lieb , ich kann nicht weine, verlier ich dich, ich weiss noch eine. Auch in der Form: Adieu Lieb, ich kan nit weinen, wilt du nit, ich weiss schon einen. (Chaos, 60.) »Wenn dir dein Liebchen untreu war, musst du dich nur nicht gleich… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Feuer — 1. Bedecktes Feuer glimmt unter der Asche. Frz.: Peu bien couvert, comme dit ma bru, par sa cendre est entretenu. 2. Bedecktes – Feuer, grössre Hitze. – Winckler, XX, 42. 3. Bedecktes Feuer hitzt am meisten. – Winckler, XI, 96. Frz.: Le feu plus… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Fehler — 1. Alte Fehler halten fest. Lat.: Inveterata vitia non facile corriguntur. (Philippi, I, 208.) 2. An fremden Fehlern erkennt man die eigenen. It.: Con l error d altri il proprio si conosce. (Pazzaglia, 109, 4.) 3. Anderer Fehler sind unsere… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Arzt — 1. Arzt, hilf dir selber! – Bücking, 216; Zehner, 233; Bremser, 12; Körte, 312; Simrock, 590; Eiselein, 43; Schulze, 232; Pred. Sal., 18, 20; Luc. 4, 23. Behalte diesen Rath für dich! Nimm dich bei deiner Nase! Kehre vor deiner eigenen Thür. Dän … Deutsches Sprichwörter-Lexikon